Gedragsmodel Balm als gesprekstool

Op internet vind je veel verwijzingen naar het gedragsmodel Balm. Begrijpelijk, want het is een heel algemeen model, altijd bruikbaar als je gedragsverandering ziet als leerproces. In deze blog gaat Marcel Balm in op het gedragsmodel als gesprekstool om te komen tot duurzame gedragsverandering in bedrijven. Hij beschrijft eerst het model en daarna de reactieve en proactieve gebruiksmogelijkheden.

Het model in vogelvlucht

Het gedragsveranderingsproces en leerproces verlopen altijd in verschillende fasen. In het model Balm worden vier fasen genoemd:

  • Fase 1: Openstaan. Iemand staat open voor nieuwe informatie en staat toe dat een verandering begint.
  • Fase 2: Begrijpen, willen, kunnen. Hier ligt de nadruk op leren & ontwikkelen en het verwerven van kennis, attitudes en vaardigheden. Doeltreffende didactiek speelt een cruciale rol.
  • Fase 3: Doen. Het gaat om toepassing van het geleerde in de praktijk.
  • Fase 4: Volhouden. Iemand heeft geleerd te anticiperen op lastige situaties en gaat er goed mee om.

In het gedragsveranderingsproces wil je steeds rekening houden met de fysieke en de sociale omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de werkplekinrichting en bedrijfscultuur. Gedragsverandering zal pas succesvol verlopen zijn als het leerproces wordt gecombineerd met omgevingsveranderingen. Met aandacht voor bijvoorbeeld ergonomie en sociale psychologie. Omgevingsveranderingen zijn relevant in elke fase van het leerproces.

Gedragsmodel Balm

Een gesprekstool in bedrijven

Het gedragsmodel kan het gesprek over arbeidsveiligheid, gezond werken, vitaliteit en duurzame gedragsverandering ondersteunen. Het model geeft zowel houvast bij het bevorderen van gezond en veilig werkgedrag vanuit de Arbowet als het bevorderen van een gezonde leefstijl en vitaliteit. Het model is zo algemeen, dat het houvast geeft bij beïnvloeding van gedrag van andere mensen én bij beïnvloeding van het eigen gedrag, dus zelfbeïnvloeding.

Het model is gemakkelijk te gebruiken door de eenvoud. Iedereen is vaardig genoeg om het model te bergijpen en toe te passen. Niet alleen het management, de leidinggevenden en de ondernemingsraad of PVT. Ook de afdeling inkoop, de technische dienst en/of de facilitaire dienst kan het gebruiken. En denk ook aan de preventiemedewerker, personeelsfunctionaris of HR-professionals, interne adviseur arbeid & gezondheid, vitaliteitsmanager, arbo- en veiligheidsprofessionals en de arbo- en/of verzuimcoördinator. Het model biedt eenvoudige bewoordingen voor iedereen – ook voor individuele medewerkers op de werkvloer.

Zes verzamelnamen

Het model is vooral nuttig, als je weet dat de zes woorden openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen en volhouden verzamelnamen zijn voor heel veel verschillende woorden.

VerzamelnaamVerzamelnaam voor onder andere …
OpenstaanAandacht, attentie, blootstelling aan informatie, bewustwording, interesse, oog hebben voor.
BegrijpenOp de hoogte zijn, feiten, gegevens, weten, kennis, inzicht, informatie reproduceren, beschikken over achtergrondinformatie.
WillenAttitude, mindset, bereidwilligheid, motivatie, afweging van voor- en nadelen, mentaliteit, prioritering, intentie.
KunnenCapaciteiten, mogelijkheden, competenties, skills, cognitieve vaardigheden, motorische vaardigheden, sociaal-communicatieve vaardigheden.
DoenActie, het daadwerkelijk toepassen van het geleerde in de praktijk en concreet waarneembaar gedrag dat je kunt filmen en fotograferen.
VolhoudenBlijven doen, gedragsbehoud, terugvalpreventie, gewoontevorming, volharding, automatisering van gedrag, borgen.
Tabel 1 | Voorbeelden van bewoordingen en begrippen bij elke verzamelnaam.

Dromen, durven, doen

Met het boek Dromen Durven Doen heeft Ben Tiggelaar het begrip durven extra op de kaart gezet. In het model Balm wordt durven gezien als een vaardigheid die je kunt rubriceren onder de verzamelnaam kunnen.

Reactief gebruik van het model

Op momenten dat gedragsverandering niet lukt, dan wil je inschatten in welke fase het proces vastloopt. Het model Balm kun je dan reactief gebruiken. Met het model kun je inschatten waar het probleem zit. Staat men niet open voor de verandering, begrijpt men het niet, wil men het niet, kan men het niet, doet men het of niet of houdt men het niet vol? Je kunt de hapering bespreekbaar maken met allerlei negatieve bewoordingen.

VerzamelnaamVoorbeelden van negatieve bewoordingen
Als men er niet voor open staatBlinde vlek, bedrijfsblind, tunnelvisie, kortzichtig, ogen sluiten, negeren.
Als men het niet begrijptOnwetend, onbekend, onbegrip, gebrek aan kennis en inzicht.
Als men het niet wilOngemotiveerd, weerstand, afwijzen, afkeuren, bevooroordeeld, geen prioriteit geven.
Als men het niet kanOnvermogen, onbekwaamheid, niet vaardig, hulpeloos, machteloos.
Als men het niet doetInactief, passief, achterwege laten.
Als men het niet volhoudtTerugval in oud gedrag, stoppen met het nieuwe gedrag, niet doorzetten.
Tabel 2 | Voorbeelden van negatieve bewoordingen bij elke verzamelnaam.

Onwil of onmacht

In het werkveld zie ik steeds weer hetzelfde: werkgevers, leidinggevenden en medewerkers willen eigenlijk wel aandacht geven aan werkplezier, veiligheid, gezondheid en vitaliteit. Maar tegelijkertijd voelt men zich onvoldoende toegerust om dit succesvol te doen. Men wil wel, maar weet niet hoe. Dit is een voorbeeld van het nut van het gedragsmodel Balm. Het model helpt je om de vinger op de zere plek te leggen. Je kunt bijvoorbeeld het verschil gaan zien tussen onwil en onmacht.

Oplossingsgerichte interventies

Haperingen in het gedragsveranderingsproces en leerproces wil je natuurlijk oplossen. Je wilt het proces weer op gang te brengen. Welke interventie(mix) is dan nodig? Hoe ondersteun je bijvoorbeeld de stap van willen naar doen. Wil je daar meer over weten? Lees dan de blog ‘Gedragsverandering en didactiek’ (gepubliceerd in juni 2022).

Proactief gebruik van het model

Bij proactief gebruik van het model bespreek je met elkaar van te voren wat je per verzamelnaam wilt bereiken. Je bepaalt vooraf de leerdoelen. Een leerdoel geeft op een positieve manier aan wat je met een interventie wilt bereiken. Het specificeert duidelijk en concreet wat je beoogt dat personen gaan leren of doen. Het formuleren van leerdoelen heeft als groot voordeel dat je eerst zelf goed nadenkt over de meerwaarde van jouw interventies. Wat wil je precies bereiken? Vervolgens ga je pas bepalen wat de meest geschikte (werk)vormen en middelen zijn. Je denkt scherper na over de kenmerken van de specifieke doelgroep van jouw interventie. Je redeneert scherper vanuit de ontvangers van de informatie (jouw doelgroep). Pas in tweede instantie denk je na over jouw rol als zender. Met de focus meer op de ontvangers zal je interventie meer succesvol zijn. Zie voor meer info de blog ‘Gedragsverandering en didactiek’ (gepubliceerd in juni 2022).

Bij het formuleren van leerdoelen denk je na over twee elementen: inhoud en beheersingsniveau.

  • Met inhoud bedoel ik datgene waarover de training, opleiding en communicatie gaat. Het gaat bijvoorbeeld over aspecten van arbeidsveiligheid, gezond werken, leefstijl en vitaliteit. Het gaat hier dus om wat de doelgroep leert.
  • Met beheersingsniveau bedoel ik de verzamelnamen openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen of volhouden.
VerzamelnaamVoorbeeld van leerdoel (inhoud + beheersingsniveau + vorm)Interventie
Open staanNa de kantinebijeenkomst staan de deelnemers veel meer open voor arbeidsveiligheid, gezond werken en vitaliteit.Kantinebijeenkomst
BegrijpenNa de workshop begrijpen alle deelnemers het belang van aandacht voor arbeidsveiligheid, gezond werken en vitaliteit.Workshop
WillenNa de toolbox-meeting zijn alle aanwezigen extra gemotiveerd om stil te staan bij arbeidsveiligheid, gezond werken en vitaliteit.Toolbox-meeting
KunnenNa de vaardigheidstraining, zijn de deelnemers beter toegerust om extra aandacht te geven aan bij arbeidsveiligheid, gezond werken en vitaliteit.Vaardigheidstraining
DoenDoor de positieve aandacht tijdens de dagstart, besteed iedereen die dag meer aandacht aan arbeidsveiligheid, gezond werken en vitaliteit.Aandacht tijdens de dagstart
VolhoudenDankzij de ‘job-aid’ in de portemonnee, kan de medewerker elke dag even opnieuw de LMRA (Last Minute Risico Analyse) succesvol toepassen.‘Job-aid’
Tabel 3 | Voorbeelden van leerdoelen met bijbehorende interventie

Positieve bewoordingen

In tabel 1 aan het begin van deze blog vind je een overzicht van positieve bewoordingen die je kunt gebruiken om leerdoelen te bespreken en te bepalen.

Samenvatting

Het gedragsmodel Balm is een eenvoudig algemeen model dat zowel reactief als proactief gebruikt kan worden als gesprekstool:

  • Bij reactief gebruik bespreek je stagnaties in het gedragsveranderingsproces en leerproces.
  • Bij proactief gebruik bepaal je vooraf leerdoelen per onderdeel van het gedragsveranderingsproces en leerproces.

Vind je het misschien lastig het model toe te passen in de praktijk?

Zoek je ondersteuning?
Neem dan contact op en stuur een mail naar marcel@balm-academie.nl.
Of bel 06 40 88 79 47.
Ik ga graag vrijblijvend met je in gesprek.

Verantwoording en verder lezen

Tussen 1989 en 1993 is de basis gelegd voor het gedragsmodel Balm. Destijds heb ik gebruik gemaakt van werk van Hoenen, Sluijs, Gerards & Kok en Van der Burgt & Verhulst. Zij schreven boeken en artikelen op het gebied van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO) en patiëntenvoorlichting. Het model verwijst ook naar de basisfasering van verandering zoals Lewin die al in 1947 beschreef. Lewin benoemde drie fases: ontdooien, veranderen en bevriezen. In het beroepsprofiel oefentherapeut Mensendieck van 1993 is de ontstaansgeschiedenis van het model uitgebreid beschreven. Veel oefentherapeuten waren tussen 1989 en 1993 betrokken bij het ontwikkelproces, zowel oefentherapeuten Mensendieck (vooral Netty Winters-Prins) en oefentherapeuten Cesar (vooral Esther Gijsbers).

De Stichting Ontwikkelingsfonds Mensendieck (SOM) vroeg mij in 1999 voor oefentherapeuten, fysiotherapeuten en ergotherapeuten het boek ‘Gezond bewegen kun je leren’ te schrijven (Lemma, 2000). In dat HBO-studieboek heb ik het gedragsmodel Balm theoretisch extra onderbouwd en zeer gedetailleerd uitgewerkt voor gebruik door de therapeuten (paramedici) bij patiëntenbehandeling. Het model is in 2010 opnieuw beschreven door Albertina Poelgeest, Johannes Noordstar, Marleen Mares, Pauline Luijnenburg-Kroes en mijzelf in de tweede druk van Gezond bewegen kun je leren (Boom, 2010). Voor het bedrijfsleven heb ik vanaf 2002 het model uitgewerkt voor het bedrijfsleven, onder andere in het Handboek Ergonomie, het Handboek Fysieke belasting en het Handboek arbeid & gezondheid. Zie:

  • Balm MFK, Horsten, FA. Hoofdstuk 39 Gedragsbeïnvloeding door communicatie en training. In: Handboek Ergonomie/Human Factors 2015. Human factors voor beter leven en werken. Redactie KJ Peereboom en PAM van Scheijndel. Vakmedianet, 2015.
  • Balm MFK. Reductie fysieke belasting door communicatie en training. In: Handboek Fysieke belasting, 7e geheel herziene editie. KJ Peereboom en H Vermeulen, SDU, 2015
  • Bieleman A, Heerkens Y, Balm M. Terminologie, modellen en instrumenten. In: Heerkens Y, Bieleman A, Miedema H, Engels J, Balm M (eds). Handboek Arbeid & Gezondheid. Derde, herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2019.

Door al deze publicaties wordt het model niet alleen gebruikt door de oefentherapeuten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en andere paramedici, maar ook door bewegingsagogen, leefstijlcoaches, veiligheidskundigen, arbocoördinatoren en ergonomen.